De snelweg stijgt en er is niets meer te zien, we rijden de lucht tegemoet, het licht dat moeite doet door de wolken te dringen. Het is als opstijgen, als vliegen: een sublieme ervaring. Je moet er wel voor openstaan. Je moet de gewoonte die het rijden over een snelweg is, eraf pellen en bereid zijn je gemoed te laten spreken. We hebben de hoogste baan, onder ons zwenken de lagere banen van het Kleipolderplein over elkaar heen, glippen onder elkaar door, draaien weg. Maar loskomen van de aarde is ons maar even gegund; we dalen weer af en persen ons door Rotterdam en van beide zijden dringt zich het heftig knip- en plakwerk van de hedendaagse stad op: volkstuinen, een jachthaven, huizen, winkels, bedrijfsgebouwen, loodsen, graffiti, een parkje, een ziekenhuis, industrie.
Comfortabel is de A20 niet. De A20 maakt onzeker en wordt door planologen als een ongeval beschouwd. Maar dit korte stukje stedelijke snelweg heeft een fascinerende aantrekkelijkheid. Hij vervult met een lichte angst en windt op. Wie hem neemt, zal hem altijd in zich dragen. Zoals ook de périphérique in Parijs en sommige snelwegen in het Ruhrgebied je niet meer loslaten als je ze eenmaal genomen hebt.
Grijnzend kijkt theoreticus en stedenbouwkundige Wim Nijenhuis opzij, dan weer over het stuur, alsof hij de ontwerper is van deze hardcoresnelweg. ‘Niets is hier gepland, niets ontworpen. Alles is geboren uit noodzaak, de snelweg is er gewoon tussen geperst. Er zijn slechts random-effecten, het ene gaat onverwacht in het andere over. Het is als muziek, je kunt de A20 vergelijken met de woeste muziekcollages van John Zorn. Dwars tegen de ontwerpcultuur in drukt de A20 ons tijdperk beter uit dan enig andere snelweg.’ zegt hij, en ik kan niet anders dan hem gelijk geven. Er gaat een dreiging van de A20 uit. Alsof op de A20 een rauwe waarheid op het punt van doorbreken staat, een waarheid die elders lijkt te zijn weggemoffeld. Maar vlak langs de betonnen rand razend, onder viaducten door, over viaducten heen, stelt die donkere kwaliteit van de A20 me ook gerust. Alsof ik op vertrouwd terrein ben, eindelijk thuis gekomen.
De snelweg is niet louter functioneel. De snelweg werkt in op ons gemoed en draagt impliciete betekenissen uit. Vanaf de eerste snelwegontwerpen is dat al door de ontwerpers ervan begrepen, stellen Wim Nijenhuis en architect Wilfred van Winden in hun recent verschenen boek ‘De diabolische snelweg’. Samen onderzochten ze de totstandkoming van een achttal trajecten. De ideeën, de richtingenstrijd en de belangenconflicten die er telkens een andere vorm aan gaven. Van Linden schreef een geschiedenis van het snelwegontwerp in Nederland, Nijenhuis een speculatief essay dat zich laat lezen als de A20 zelf: een indringende montage waarin je als lezer geen geruststellend overzicht wordt geboden, maar waarin je van het ene perspectief in het andere buitelt, van Giacomo Balla tot Sigfried Giedion, van Octavio Paz tot David Cronenberg.
Nijenhuis zal me alles laten zien en rijdt me in een dichte stroom auto’s over het wegennet van Nederland. Al spoedig heb ik elk gevoel voor richting verloren, we nemen afslagen, opritten, en alleen een vale zon helpt bij oriëntatie. De snelweg lijkt geen richting te hebben, nergens naar toe te leiden. We verkeren op de snelweg en brengen onze tijd er door. De reis voltrekt zich louter in de tijd.
Met snelheid heeft de snelweg ook weinig te maken. Dan denk ik niet aan de stroperigheid waarin de file ons dagelijks onderdompelt, maar aan de erváring van snelheid. Snelheid ervaar je als je als kind achter een bal aan rent of heel hard van een helling fietst en je benen rondgaan en je de wind in je gezicht voelt, de onmiddellijke dreiging van een botsing, een val. Snelheid is de wrijving tussen jou en je omgeving, snelheid is jezelf een projectiel weten dat je verhouding met de omgeving op scherp zet. Maar de snelweg is ontworpen om gerust te stellen; de ervaring van snelheid en angst voor een ongeluk worden zoveel mogelijk afgedempt. Je kunt ook niets met de omgeving als je over de snelweg raast. Je kunt er niet in binnendringen, je kunt er niet mee in botsing komen, de omgeving is en blijft onbereikbaar. Hoe sneller, hoe trager, zou je kunnen zeggen, en wie nog meer afstand van het landschap neemt en door een vliegtuigraam omlaag kijkt, weet hoe traag het kan verglijden; in een vliegtuig is verplaatsing pure meditatie geworden.
De snelweg past nooit, vreet zich als een vreemd lichaam door het landschap. Om die wreedheid te verzachten zijn er al voor de oorlog pogingen gedaan de snelweg met het landschap te verenigen, alsof die lange linten asfalt ertoe behoorden en er alleen een laagje aarde vanaf was geschraapt. De mooie snelweg moest het geweld ervan camoufleren, tegelijk de automobilist nét voldoende boeien om hem niet achter het stuur in slaap te laten dommelen. Dat betekent: een bosje hier, een plukje daar. Accenten aanbrengen die streekeigen zijn. En geen lange, rechte einden maar zalvende curven die het landschap panoramisch over de voorruit uitsmeren. Als het goed was, werd je het landschap ingezogen; je vergat je snelheid en het gevaar dat erin schuilgaat, en raakte onthecht, nog met de aarde verbonden maar al een beetje zwevend.
Dat is wat volgens Nijenhuis deze snelwegen in intentie angeliek maakt, opmonterend Alsof je door een engel wordt aangeraakt en voorvoelt dat je je geheel van het aardse zal bevrijden. Maar het werkt alleen als je je veilig waant en het andere verkeer zoveel mogelijk uit je bewustzijn wegzakt en je je aan de snelweg kunt overgeven. Anders blijft niets anders over dan beklemming: je kan niet naar links, niet naar rechts, niet terug, niet stoppen, en je moet je voegen naar het verkeer. En dat is wat er op de overvolle wegen van Nederland ook gebeurt. Je bent gevangen tussen auto’s en geluidschermen. Sommige trajecten getuigen nog wel van het angelieke, maar het wordt niet meer waargemaakt. Het is een leugen geworden, nostalgie.
Als we over de A50 op de Neder-Rijn afrijden, laat Nijenhuis zien welk geraffineerd landschappelijk scenario de ontwerpers daar hebben uitgedacht. Eerst sluipt de snelweg laag over de grond aan, het platte land wordt zo min mogelijk geschonden. Dan stijgt de weg en duiken aan weerszijden bomen op, het uitzicht wordt afgeschermd zoals ook de weg zelf wordt afgeschermd. En als de brug begint, is er ineens het wijds uizicht over de rivier en de dramatisch aanrollende stuwwal bij Renkum. Vervolgens gedraagt de snelweg zich als een snelweg die er eigenlijk niet had mogen zijn en glipt zij steels door het geplooide landschap, neemt ook zelf een plooi voor haar rekening, door machines uitgegraven maar al haast met de natuurlijke plooien vergroeid. Ultiem teken van schroomvalligheid is de begroeide wildwissel bij Woeste Hoeve, waar de snelweg met ingetrokken schouders onderdoor duikt.
Later rijden we rechtuit, de horizon tegemoet. Een brede middenberm, zes rijen eiken. De monumentale aanpak, de A6 bij Lelystad is bedoeld als een poort naar de randstad. Het nieuwe land ligt er niet verloren meer bij, de A6 maakt je duidelijk waar het bij hoort en dat er een uitweg is. Het traject wierp veel stof op, het druiste in tegen de landschapsvriendelijke, vooral onbewust werkende aanpak die tot dan toe gebruikelijk was. Iets verder is de radicaliteit ervan dan ook weer opgegeven en is er aansluiting bij het landschap. De bomenrij bescheiden, opengebroken op plekken waar iets te zien valt, een woonwijk, een kanaaltje. De ruimtelijk beeldende methode, zegt Nijenhuis, maar dan cognitiever, zoals de afgelopen jaren bijvoorbeeld ook door de architect en hoogleraar mobiliteitsesthetiek Francine Houben bepleit. ‘Het opkloppen van gebieden waar je doorheen gaat, zodat je de zones herkent. Dus bij bosgebied het boskarakter intensiveren, bij akkergebied het akkerkarakter, zozeer dat je deze gebieden bewust gaat herkennen als tekens van zichzelf.’
Nijenhuis is er niet zo gelukkig mee. Een snelweg moet onder je huid kruipen, niet je bewustzijn toespreken of je lastigvallen met didactiek. Autorijden op de snelweg zou je van jezelf moeten bevrijden, van de wereld, zoals ooit de angelieke snelweg. Je werd weggeschoten uit de stad en ging zweven, was nergens meer. Maar die vrijheidsbeleving is er niet meer. Alle snelwegen zijn vuil geworden. Ze zijn te vol, borden en lichttekens te talrijk. En ook de mobiele telefoon, Tomtom en het rekeningrijden geven je een plek, maken je traceerbaar en verbinden je weer met de gemeenschap die je juist wilde ontvluchten.
‘We willen allemaal weg, maar worden opgepakt, ingepakt. Er is een dwang ergens te moeten zijn en iemand te moeten zijn,’ zegt hij, en ik begrijp waarom hij in de A20 een alternatief ziet. Als je niet meer kunt verdwijnen in het niets en nergens, kun je nog verdwijnen in de volte. Een snelweg als de A20 is voluit stedelijk en hoeft zich dus niet met het landschap te verzoenen. Een stedelijke snelweg verhult op geen enkele wijze dat hij vreemd is aan zijn omgeving. Hij is diabolisch, tegenstrevend. De wrijving tussen snelweg en stad is daardoor maximaal en genereert een opwinding die je opneemt en je uit jezelf trekt. We zijn die opwinding gewend, we kunnen ermee omgaan. Het is niet anders dan zappen, surfen op het internet, een pulserend gemonteerde actiefilm bekijken. Helemaal van deze tijd dus.
Wat zou je ook nog met de angelieke snelweg, zelfs als zij weer leeg en zonder weerstand zou zijn? We zouden niet meer geloven in haar optimisme. We hebben gevoel gekregen voor de catastrofe en herkennen ons meer in de dreiging van de diabolische snelweg. Hoezeer dat in ieder geval voor mijzelf geldt, besef ik als ik die middag mijn dochter van vijf van school haal en haar tengere lichaam omhels, dat zich gelijk weer los wurmt. Op haar leeftijd heb ik het twee keer mogen meemaken, met de tussenpoos van een jaar. De breuken zijn hersteld, maar de klap draag ik nog in me. Die ongelukken hebben meer indruk gemaakt, mijn leven meer bepaald, dan toen ik voor het eerst met een meisje sliep. Ik ben dat ongeluk, zoals elk ongeluk mensen maakt tot wie ze zijn. Bewegingen hebben voor mij geen vanzelfsprekende continuïteit, maar zinspelen vanaf het begin op hun einde. Autorijden is voor mij daarom nooit comfortabel geweest. Ik ben niet in staat me eraan over te geven, ik kan niet opgaan in de irrealiteit ervan, ik voel nog altijd die kracht van het ongeluk. Autorijden en het ongeluk horen bij elkaar, het een bestaat niet zonder het ander. Dat is de waarheid, en op vuile, diabolische A20 brak die waarheid door de leugen die snelweg heet heen, en zag ik haar eindelijk recht in het gezicht.
Daar wordt een mens dus rustig van, monsters recht in het gezicht kijken. Er gebeurde niets, we reden gewoon door, en ook het overige verkeer slingerde voort en zal naar alle waarschijnlijkheid tot in de eeuwigheid voort blijven slingeren.
‘De diabolische snelweg’, door Wim Nijenhuis en Wilfried van Winden, 010Publishers, Rotterdam, 200 pagina’s, 39,50 euro.
Door Edzard Mik
Nog geen reacties toegevoegd
Die weg is al zo vaak omgelegd. Er wordt hier ook zo ontzettend veel gebouwd. Er waren momenten dat ik moest zoeken; moet ik nou links of rechts houden. Voorheen was het hier weiland, met wat boerderijen. En nu is het allemaal vol.
rennen - huis - verandering - weg - droom
Een weg is een streepje in het landschap. Je zou zeggen dat dat niemand raakt. Maar een weg raakt iedereen. Het is een streep in het landschap die zorgt voor een grens, een barriere. Hij vormt zich naar de discussie zoals die bestuurlijk gevoerd wordt.
Als ik hier rij denk ik aan ruimte, rust en schapen. En aan thuis, want dan ben ik op weg naar huis. Nog wel, want over een maand ga ik verhuizen, dan heb ik deze weg 15 jaar gereden.
Het meeste werk werd nog met het paard gedaan. In het voorjaar werd het land klaargemaakt voor het weideseizoen. Met het paard voor de eg. Ik liep er naast en zocht nestjes van weidevogels.
Boerderij - herinneringen - vogels - paarden - Weiland
Acht jaar geleden kwam de boerderij leeg te staan. De gemeente had er geen bestemming voor, maar wilde hem ook niet afbreken. Alle boerderijen in Pijnacker zijn monumenten, die worden bewaard als een stukje historie.
Ik ben altijd vrolijk, maak graag een praatje; beetje kletsen. Als ik een weekje vakantie heb vragen ze aan mijn collega: is die mevrouw er niet?
Ik vind het eigenlijk altijd heel stom dat als je ergens rijdt waar eerst nog allemaal landschap was en wat nu bebouwd is, dat je eigenlijk niet meer goed voor je kan halen hoe het hiervoor was.
Als ik op de rotonde rijd en ik sla af richting Zoetermeer dan denk ik aan onze oude kippenschuur waar ik dan als het ware doorheen rijd. Richting Delft rijd ik door onze kassen. Dat blijft je altijd bij. Het is enorm veranderd, maar wij weten nog precies hoe het was, omdat we er zo lang gewoond hebben. Het zijn nu vooral mooie herinneringen.
Kinderen - tuinder - kippen - verhuizen - Rozen - van den Arend
Zo zou ik mezelf omschrijven...
sociaal - initiatiefrijk - vrolijk - verzorgend - spontaan
De club is een warm nest. Als je daar binnenkomt is het net alsof je er al jaren was.
verhuizen - voetbal - tuin - Pauline de Kroon
Van de kopers komen er heel veel uit Rotterdam en Den Haag. Die zitten in de fase van huisje, boompje, beestje en willen hier heel graag komen wonen. ALs je uit de stad komt vind je het hier heel mooi. Ik denk dat de mensen die hier al wonen wel zoiets hebben van: het wordt wel heel groot. Die missen het dorp. Voor sommige mensen hoeft het niet allemaal zo groot en zo massaal.
Er is hier in de afgelopen vijf jaar net zoveel veranderd als in de vijftig jaar daarvoor.
Om niet meer altijd s avonds met de zaak bezig te zijn, ben ik mijn vliegbevret gaan halen. Als je vliegt moet je namelijk zo je hersens erbij houden, dat je daardoor heel ontspannen terug komt. Je kan aan niks anders denken, je moet alleen maar daar mee bezig zijn.
vliegen - bedrijf - ondernemer
Mijn overgrootvader heeft de boerderij gekocht. Die kreeg een tweeling en mijn Opa was er daar een van. Toen hebben ze hem gesplitst. Mijn Opa kwam hier terecht. Daarna nam mijn vader het over en nu zit ik er. Ik ben de laatste, want nu wordt het bos.
grootvader - Boerderij - koeien - vader
Vroeger stond dit gebied voor mij voor kassen: om 4 uur s ochtends op de fiets van Rotterdam naar Berkel en Rodenrijs om tomaten te plukken. Nu is het een woonverbinding tussen Den Haag en Rotterdam. Den Haag kruipt vie Nootdorp deze kant op en Rotterdam kruipt via Berkel en Rodenrijs, Pijnacker-Nootdorp de andere kant op.
Ik heb altijd gedacht: ik blijf melken tot ik er dood bij neerval. Maar op een gegeven moment hielden mijn benen het niet meer en toen ben ik toch maar gestopt. Maar ik vond t wel jammer.
Als je wel eens in een plaats komt waar je vroeger vaak kwam, maar nu al lang niet meer bent geweest krijg je soms het gevoel: het is zo vertrouwd, maar tegelijkertijd is het zo vreemd.
herinneringen - ouderen - dementie - tuin - tuin
Ik heb een fascinatie voor dit gebied, omdat het een gebied is dat eeuwenlang nauwelijks veranderd is. Het is intensief gebruikt, maar altijd in dienst van, als toeleverancier van, de omringende steden De landschappelijke karakteristiek is nooit veranderd. Pas de laatste 7 jaar zijn er rigoureuze veranderingen doorgevoerd, waardoor het landschap eigenlijk een totaal ander landschap is geworden.
Op dit water heb ik altijd gezeild. Ik heb hier mijn man ontmoet en mijn ouders hebben elkaar daar ontmoet. En wij zeilen nu nog steeds. Het leuke aan zeilen is dat je heel makkelijk verplaatst van A naar B. Op hele relaxte manier, zonder geluid, gewoon spelen met de wind.
Er was een man op een brommer. Hij haalde me in, ging naast me rijden of liet mij hem inhalen. Het hield maar niet op. Ik vond dat zo verschrikkelijk eng. Ik denk dat dat een van de redenen is geweest waarom ik op een gegeven moment heb gezegd; ik ga lekker 24 hoog in de stad wonen.
Ik ben nu single, maar ik zou wel graag een relatie willen. Hiervoor heb ik wel kortstondige relaties gehad, nooit echt langdurig. Dat komt denk ik door mijn verlegenheid. Het maakt het leven er niet gemakkelijker op.
Mijn leven hier is compleet anders dan in het oude huis. Dat was een ander leven. Er is veel veranderd, in positieve, maar ook in negatieve zin. Deze omgeving heeft me heel veel troost geboden.
kind - jaren dertig woning - verlies - Rotterdam - troost - verandering
Het is niet fijn, tis best moeilijk af en toe. Maar ik denk wel dat je door zon verlies sterker kunt worden. Mits je er op de juiste manier mee omgaat.
Er was eens iemand die iets van mij geleend had. Hij wist niet waar ik woonde, dus ik had het uitgelegd. Op een goede keer stond hij voor de deur. Toen zei hij: het lijkt wel of ik het Paradijs binnen rijdt! Het was voorjaar, dus alles liep uit. Moest die man nu eens komen kijken...
In de Oude Leede speelt nu de ruimte-voor-ruimte regeling. Het bestemmingsplan is veranderd. Mijn stuk wordt nu geclaimd als natuur, terwijl ik denk: als ik er kerstbomen wil planten, dan plant ik er kerstbomen. Want ik vind natuur wel mooi, maar ik verdien er natuurlijk geen fluit aan.
Zon viaduct valt me wel op. Je ziet dat het dijklichaam doorsneden is, maar tegelijkertijd in tact gehouden is.
Alsof je in het buitenland bent. Je herkent niks. Terwijl je toch dagen en nachten daar gelopen hebt. Al 54 jaar lang. Je herkende er niks van, van de hele polder niet. Dat was zo vreemd.
Ik vind t een mooie weg. Het verbaast me dat er nog zon stuk natuur achter Pijnacker ligt. Ik dacht dat het een beetje volgebouwd zou zijn hiero. Nu krijg je een stukje natuur te zien wat je nog nooit gezien hebt. Beetje vakantiegevoel!
Een hoorcollege godsdienstfilosofie in de wasstraat en op de N470: Proff. Dr. Herman Philipse over de waarschijnlijkheid van wonderen.
Vroeg kon je iedereen. Als ik nu woensdag op de markt loop denk ik; zie ik er nog een? Een echte Berkenaar?
Albert Veld - kabouters - tuinder - Vissen
De schoonheid van een weg betekend dat die weg daar moet liggen alsof hij daaruit tevoorschijn is gekomen, alsof hij eruit gegroeid is.
Wim Nijenhuis - weg - ontwerp - Omgeving
Ik werkte vroeger in de tuinbouw. Dit waren vroeger tuinbouwdorpjes, maar nu wordt er een hoop gebouwd, veel nieuwbouw.
Je kan ergens langsrijden en een paar weken later weer en voor je gevoel staat er ineens een huis bij.
meisje - Nathalie Flier - Roze - paarden
Berkel is altijd een dorp geweest van veel import. Als je de oude geslachten in Berkel bekijkt, kom je een vrij grote familie Konijnenberg tegen. Die is er nu gewoon niet meer.
Als je hier regelmatig komt, een keer in de twee weken, dan is het een heel apart fenomeen, bijna voelbaar, hoe de stad, de nieuwbouw, opkruipt naar de polder, de lege polder.
Een jaar of tien geleden was dit nog grotendeels agrarisch gebied. Nu, door alle woningbouw en industriegebieden die in ontwikkeling zijn, veranderd ook heel de waterhuishouding.
Men heeft tegenwoordig een auto. Toen dit busje in 1979 ingesteld werd, was het autogebruik veel minder. Het aantal mensen dat een rijbewijs had was veel minder, en er woonde hier langs deze route nog veel meer oudere mensen. Toen hadden we 18.000 passagiers per jaar. Nu zijn we blij als we er 4.500 halen.
Ik heb hem officieel geopend. In mijn uppie. Schaar gepakt. Lint gespannen....
weg - schaatsen - Edwin Dening - tunnel
Voor het echte boeren wordt het hier natuurlijk steeds moeilijker. Maar wij hebben twee dochters en we zitten hier wel mooi middenin de wereld. De eene zit in Rotterdam op school. Ze stapt hier op de Randstadrail en ze zit er binnen 7 minuten. Dat is toch ook makkelijk?
Als ik hier alleen rij ben ik stil. Alleen met mijn gedachten, aan het genieten van het stukje.
Ik gebruik deze weg om de omgeving te verkennen en te kijken wat Zuid Holland te bieden heeft ten opzichte van Zeeland. En dat is veel meer dan je op het eerste gezicht zou denken.
Dit is de weg naar mijn broertje in Pijnacker. Ik ben nu al de tel kwijt, maar dit is de zoveelste rotonde die we gehad hebben. Vroeger was dit een heerlijk recht weggetje, waar je lekker op kon doorracen. Dat gaat nu niet meer.
Ik zag een auto over de weg slingeren. Ik dacht eigenlijk dat die mensen zoekende waren. Maar bij het passeren zag ik dat die man onwel geworden was. Ik kende hem, het was de vader van een vriendin van mij.
Als ik nu hier rijd dan heeft dat wel wat. Van oorsprong kom ik uit een tuindersgezin en het bedrijf waar ik nu werk doet de belangenbehartiging voor de tuinbouw. Dus ik heb hier wel binding mee.
Niets is blijvend, alles veranderd. Zelfs ik. Vroeger was ik een mooie jongen, maar dat is ook voorbij.
Rensink - nieuw - mensen - verandering - mijn vrouw - Bijen - plastic people - kippen
De tuindersmentliteit brengt een hele eigen sfeer met zich mee. Hoewel dat wel anders wordt, want er komen een heleboel nieuwe mensen bij vanuit de randstad om ons heen. Je ziet het veranderen.
burgemeester - Pijnacker - Kinderen - Kinderen - Politiek
Het kwam door een een misverstand. Ik had van iemand gehoord dat er zulke leuke huizen waren in Rijswijk, maar ik had hem misverstaan; ik verstond Bleiswijk. Toen hebben we hier maar een huis gekocht.
taxi - Amsterdammer - Frese - reizen
Ik heb genoeg gezien in mijn leven. Ik ben gegijzeld geweest door zes Palestijnen. Het was op een mooie zondag. Maar als ze met een gespannen wapen op je afkomen, is dat toch wel heftig.
Die weg loopt bij mij anderhalve kilometer door het land. Het is niet ideaal, maar alles heeft twee kanten. Je veranderd wat in je doen en laten. Ik heb weinig meer te doen eigenlijk.
Schaap - Weiland - weg - Bram van der Tas
De ene groep is heel blij met veranderingen. Die zien het als een nieuwe uitdaging, maar toch zeker de helft, ziet het als een bedreiging. Wat gebeurt er met mij? Wat doet het met mij? Het gaat allemaal heel snel dus voor jezelf is het af en toe ook moeilijk om het bij te houden.
Ik ben heel erg blij met de weg. Maar ik ben net als alle anderen: de afslag moet wel goed vallen, anders heb je er last van. Een echte NIMBY.
Bellypainting is het beschilderen van zwangere buiken om fotos van te maken. Voor een geboortekaartje of als herinnering. Elke moeder wil haar zwangerschap vastgelegd zien, want het is een heel bijzonder moment.
Ik denk dat hij 150, 200 kilo woog. Een kolossale beer. Tassen vol met koffie stond hij vol te laden. Ik zag het gebeuren.
Vliet - dood - erg - mensen - bloemen - Vroeger - stress - venijn - overval - moedeloos
Het was denk ik 15 jaar geleden. Het was in de winter, vrij laat. Ik reed mijn vaste route naar huis; via Nootdorp en Pijnacker naar Berkel. Het was een paar dagen voor kerstmis. Buiten was het donker, koud en het regende.
Langs de weg zag ik een meisje staan. Ik vroeg waar ze naar toe moest.
Berkel en Rodenrijs - weg - Wim Mounier - meisje - prostitutie - verandering - bang
Volgens mij heeft die boerderij hier gestaan. Hier hebben we gewoond. Daar ligt mijn jeugd. Wat dat aangaat is er wel wat veranderd.
Glazenwasser - Boerderij - Mijn club - polder - ouderen - Steentjes
Ik ben er naar toe gegaan om een beetje contact te houden met mensen. anders kom je helemaal alleen te staan. Ik ga naar de kerk om troost te zoeken.
Busch - verhuizen - mijn vrouw - Kerk - verandering - vakantie
Tot 1983 heb ik gevent langs de deuren. Het contact met de mensen was fijn. De mensen waren niet zo gejaagd als nu. Tweeverdieners waren er nog niet. In de jaren tachtig zag je dat patroon veranderen.
mijn vrouw - ongeluk - Vroeger - Bert van der Poel - invalide - polder - tuinder - consequenties - venten - verkering
We hebben er 28 jaar gewoond. Langs het water. Mijn man had een eigen visstek, hij ging iedere dag vissen. We hadden een grote tuin met een hobbykas, die stond altijd vol met tomaten, komkommers en bonen. Het was gewoon geweldig wonen.
Langs de weg liggen grastegels. Dat betekend dat als er een incident zou zijn en er zou filevorming ontstaan of er is iemand met pech dan, is het voor ons als hulpdienst mogelijk om toch langs de file te komen. En die sloten, die zijn onze bluswatervoorziening.
Brandweer - Alfred Ottink - Nacht - ongeluk - ongeluk
Wat ik dacht? Ik weet het niet meer. Een hoop oude dingen zijn weg, maar verder is het ontzettend makkelijk, die weg. Zonder meer.
Berkel en Rodenrijs - Martin Lobe - Sideron - liefde - Boerderij
Voor de dood hoef je niet bang te zijn. Als je voor jezelf geprobeerd hebt het goed te doen, dan hoef je niet bang te zijn voor het einde. Dan is een einde een nieuw begin.
religie - vrijwilliger - Christelijk - gezin - dood - begin - Mevrouw Snel-Hoogerdijk
Bleiswijk, Bergeschenhoek en Berkel en Rodenrijs zijn 1 gemeente geworden. We hebben nu met de 3 gemeenten bijelkaar ongeveer 40.000 inwoners. Dat moet in de komende jaren groeien tot ongeveer 70.000 inwoners.
Kinderen - moeder - huisvrouw - Politiek - Laurine Bonnewits-de Jong - Weiland - kippen - hobbies
Ze vroegen of we nog met vakantie gingen. We hebben hier toch vakantie? Tis hier toch een Eldorado.
Vissen - Familie van Leeuwen - verandering - vakantie - vakantie - tuincentrum - verkering - verkering
Hij volgde het hele proces van ontwerp en inspraak nauwgezet. Liever had hij de weg aan de andere kant van de spoorlijn, in plaats van pal voor zijn huis. Maar toen hij het zijn commentaar stuurde naar de provincie, werd het ontwerp zo aangepast dat de weg alleen maar dichter bij zijn huis te liggen....
verandering - nadeel - Meerweg - ontwerp - anders - Cors Jansen
Karin, die door haar burn-out werkloos geworden is verliest zich met liefde in haar passie. Want wie een burn-out heeft kan niet stil zitten.
Katten - Karin Wiegman - vrijwilliger - burn out - dierenbescherming - gezelschap - verlies - liefde - passie - paars
Over hoe de vrouw van de tandarts de vrouw van de Soete Suikerbol werd.
Marlene van Buuren - Pannenkoek - Pannenkoek - tandarts - gezin - Soete Suikerbol
Normaal heb ik een fluitje bij me. Met een fluitje kan je een schaap het hele veld over sturen. Onderweg kan ik dat oefenen. Ik kan hier fluiten wat ik wil, niemand die het hoort.
Schaap - Jos Woning - Fluit - Kinderen - mijn vrouw
Mijn vrouw Sandra wilde graag in het ziekenhuis bevallen. Maar als je weeën hebt, dan wil je natuurlijk niet teveel geschud aan je lichaam. Daarom hebben we van tevoren een paar keer een proefrit gemaakt over de N470. Dat ging eigenlijk wel prima.
Dus toen Bram op het punt stond om geboren te worden zijn we over deze weg naar het ziekenhuis gereden.
Berkel en Rodenrijs - Bevalling - Bruiloft - vriendin - mijn vrouw - gezin - Martin Uitdenbogerd
Daar logeren betekende altijd dat je heel veel mocht. We gingen bijvoorbeeld op de paard en wagen mee naar de veemarkt in Delft. Als nichtjes werden wij vreselijk verwend.
Boerderij - Delft - Gedesorienteerd - herinneringen - Gastvrij - Catharina van Velde
Mijn moeder denkt dat het mijn dood wordt. Ze heeft het gevoel dat ik verongeluk als ik op de motor zit. Dat droomt ze.
ongeluk - afzetten - ambulance - ouders - vader - moeder - Motor
Ik wilde liever in de stad wonen, in wat ze nu een achterstandswijk noemen. Voor de contacten, want in de krant zag ik dat de mensen daar in de zomer altijd op straat zaten. Dat wilde ik ook, maar dat gebeurde niet in Berkel en Rodenrijs.
Berkel en Rodenrijs - Kinderen - wennen - anders - Antillen - Antillen - Judith Bes
Ik hou van deze route, omdat hij langs mijn geboortedorp gaat. Dat roept toch automatisch herinneringen op. Het vliegveld bijvoorbeeld. Liever nog dan huisarts was ik piloot geworden.
anders - weg - Basis - Vroeger - Tropen - Bevalling - Overschie - Doenkade - herinneringen - Vliegveld - huisarts - Robert Mol - Antillen
Een weg is asfalt. De nieuwe weg die er gaat komen scheelt mij tijd, dus is het rationeel gezien een goede weg. Ik heb me nooit afgevraagd of mensen gelukkiger worden van de nieuwe weg.
We zouden hier voor het eerst echt gaan samen wonen. Een half jaar voor het huis opgeleverd werd gingen we uit elkaar. De keuken en de badkamer hebben we nog samen uitgezocht.
Boerderij - Pijnacker - we - wijk - vriendin - weg - spontaan - gezin - jaren dertig woning - Ronald van Vliet - Pijnacker
Ik zit in een tweestrijd. Aan de ene kant heb ik hier mijn bedrijf en ben ik superblij met al die vernieuwingen. Aan de andere kant woon ik hier 500 meter vandaan en zie ik dat mijn eigen woonomgeving waar ik aan gewend ben, dat die te modern wordt.
Edward Houweling - Berkel en Rodenrijs - Auto - Bruiloft - herinneringen - vernieuwing - kever - woonomgeving - tweestrijd
Avontuur zit Brenda in het bloed, maar haar huidige woonwijk Tandhof is weinig avontuurlijk.
Grand Canyon - Kinderen - Delft - vakantie - Pijnacker - Buitenwijk - Nagels - leger - herinneringen - wereld - grenzen - Avontuur - Brenda van Loenen
Ik heb geen herinneringen aan dit gebied, behalve dat ik hier gewoond heb.
Cabrio - pijp - sofa - herinneringen - Leonard P. van Rhijn
Vroeger was het belletje trekken, busje trappen, raam ingooien, dat soort ongein. Op een gegeven moment wordt je ouder, ga je met verkeerde vriendjes om en dan wordt het al snel brandbommetjes in de tuin gooien, inbreken...
Rotterdam - overtreding - school - vrachtwagen - Kinderen - Nacht - mijn vrouw - rennen - vader - ongeluk - Auto - Weiland - Mijn club - Robert Sauerbier - Robert Sauerbier
Van een aantal huizen hier langs de weg weet ik dat er mensen woonden die op de wachtlijst stonden voor het verpleeghuis. Die waren soms zo dementerend dat ze zomaar de weg over staken. Je ziet hoe gevaalijk deze weg is, en dat die sloot daar is.
Felicie van den Hoek - een opera - dementie - Omgeving - het verpleeghuis - Kinderen - Nacht - Auto - Boom - ouderen - Emotie - lastig - vader
Hij was soldaat en zat als wachtmeester in Bergen op Zoom. Zij was verpleegster in krankzinnige inrichting Vrederust. Ze ontmoeten elkaar in de kerk. Het was liefde op het eerste gezicht. Dat kan een goed moedertje worden, dacht hij.
Dik de Gelder - Berkel en Rodenrijs - ouderen - grootvader - overtreding - school - anders - religie - de tramwagen - wennen - Kerk - mijn vrouw - Boerderij - Dichter - vader - Kinderen