Hoogleraar Auke van der Woud over Nederlandse landschappen en architectuur
Kunsthistoricus Auke van der Woud herschreef de Nederlandse architectuurgeschiedenis. De veranderingen in de negentiende eeuw waren fundamenteler dan die van nu.
Auke van der Woud zit drie hoog achter. De hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen heeft zijn werkkamer op de zolder van een vroeger bankgebouw uit het voorlaatste fin de siècle in de Groningse binnenstad. In de vensterbank staan uitsluitend cactussen en vetplanten. Het zijn makkelijke planten, zegt hij. s Zomers kan het hier onder het dak erg warm worden. Maar daar kunnen ze tegen. Je kunt ook gemakkelijk een weekje weg.
Vier maanden geleden werd Van der Wouds laatste boek Een Nieuwe Wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland bekroond met de Historisch Nieuwsblad/Volkskrantprijs voor het beste geschiedenisboek van 2007. In dit boek laat hij zien hoe Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw in hoog tempo werd gemoderniseerd en nieuwe havens, kanalen, spoorwegen, posterijen, telegraafverbindingen en wegen kreeg en hoe dit de samenleving grondig veranderde. Het boek over de halve eeuw waarin Nederland op de schop ging is een contrast met Het Lege Land, het proefschrift van Van der Woud uit 1987. Hierin is Nederland, buiten de steden, vooral een woest en ledig land. Tussen beide boeken verscheen in 1997 Waarheid en Karakter, Van der Wouds herschrijving van de negentiende-eeuwse Nederlandse architectuurgeschiedenis die de koningen van de 19de-eeuwse architectuur, P.J.H. Cuypers en H.P. Berlage, van hun tronen stootte.
Bijna zijn hele leven woont Van der Woud in het hoge noorden. Ook toen hij hoogleraar architectuurgeschiedenis was in Amsterdam, bleef hij in Haren wonen. Ik heb jarenlang op de Veluwe gewoond, toen ik conservator bij Museum Kröller-Müller was, vertelt hij. Maar in mijn jaren bij de Vrije Universiteit reisde ik op en neer. Werken in Amsterdam en wonen in Haren vond ik the best of both worlds. Als je Nederland vergelijkt met Londen waar ook zon 16 miljoen mensen wonen, is Groningen tenslotte een soort buitenwijk van de Randstad. Maar in de loop van de tijd werd de trein zelfs s morgens heel vroeg steeds voller, en werd mobiliteit onaangenamer. Dat heeft te maken met het feit dat Nederland in hoog tempo dichtslibt en dat steeds minder mensen werken waar ze wonen. Nederland smijt met de toch al extreem weinige ruimte die we hebben. Het ruimtebeslag van de Vinexwijken is enorm. We houden in Nederland niet van hoogbouw en appartementen, en dus bestaan de immer uitdijende suburbia grotendeels uit rijtjeshuizen met tuinen.
Is dat erg? Nederland is nog leeg genoeg, hoor je vaak zeggen, het is maar voor dertien procent bebouwd.
Als veel mensen pijn in hun buik krijgen van het dichtslibbende Nederland, moet de overheid daar gaan sturen. Dat is democratisch. Mij stoort vooral dat er zo slordig en ondoordacht wordt omgegaan met onze eeuwenoude cultuurlandschappen. Als Kamerleden en politici daarmee worden geconfronteerd, zeggen ze al gauw: ja, maar Nederland moet geen museum worden. Dat is een mantra die elke discussie over het behoud van het Nederlandse landschap in de kiem smoort. Ik begrijp ook wel dat gemeenten werkgelegenheid voorop stellen en dus allemaal bedrijventerreinen willen - het is zelfs hun taak om dat willen. Maar daar staan sinds de decentralisering van de ruimtelijke ordening geen hogere overheden meer tegenover. Rijk en provincie zijn niet goed meer in staat om vorm te geven aan het algemeen belang.
Elke tien jaar komt u met een boek over Nederland in de negentiende eeuw. Vanwaar komt uw fascinatie voor deze eeuw?
Als jongen vond ik de negentiende eeuw al interessant. Mijn fascinatie voor de negentiende eeuw zit in mijn genen. De een is goed in voetballen, een ander legt zich toe op Italiaans koken en ik had als kind al belangstelling voor oude huizen, en oude mensen. Zo simpel ligt het.
Mede dankzij uw boeken is er een zekere herwaardering van de negentiende eeuw op gang gekomen. Maar tot voor kort stond de negentiende eeuw in Nederland bekend als een lelijke eeuw die weinig van waarde had voortgebracht. Terwijl bijvoorbeeld Fransen en Engelsen juist trots zijn op hun negentiende eeuw. Hoe komt dat?
Nederland is uniek in zijn verguizing van de negentiende eeuw. En dat komt door Berlage. In geen ander westers land is de opkomst van de moderne architectuur zo zeer verbonden met één persoon. Zonder Berlage zou er in Nederland geen moderne architectuur hebben bestaan, is de mythe. Dit verhaal is door Berlage zelf in het leven geroepen en werd steeds herhaald in de geschiedschrijving van de architectuur van de twintigste eeuw. Vreemd genoeg werd die tot de jaren zeventig geschreven door architecten die nooit onderzoek deden en steeds de mythe van Berlage opdisten. Bij een heiland als Berlage hoorde natuurlijk een duistere tijd waarvan we zijn verlost, en dat was de negentiende eeuw. Die werd bestempeld tot een nationale ramp die alleen maar rommel had voortgebracht.
De verguizing van de negentiende eeuw is er ook de oorzaak van dat er in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw zo ongelooflijk veel is gesloopt in de Nederlandse binnensteden. Elke Nederlandse stad maakte na de Tweede Wereldoorlog grote plannen om die negentiende-eeuwse rommel eens goed op te ruimen. Pas omstreeks 1970 ontstond daar massaal protest tegen en is de uitvoering van veel van die plannen gestopt. Toen begon ook, heel langzaam, de herwaardering van de negentiende eeuw.
U begint Een Nieuwe Wereld met een citaat van Arthur Schopenhauer. Waarom begint u een boek over zon optimistisch tijdperk als de tweede helft van de negentiende eeuw met zon aartspessimist?
Ik heb Schopenhauer aangehaald omdat hij liet zien dat de wereld is zoals mensen zich die voorstellen en dat ze hun eigen wereld scheppen. Meestal wordt in geschiedschrijving gedaan alsof de techniek zich in een puur technisch domein ontwikkelde, alsof het vanzelf ging: toen en toen werd de stoommachine uitgevonden en vervolgens ontstond de industriële revolutie. Maar een ontwikkeling begint niet met dingen, maar met ideeën van mensen die zich iets voorstellen en dingen gaan maken. En dan gaan de dingen zich ontwikkelen,volgens hun eigen logica, en heeft de mens maar te gehoorzamen.
De mens bepaalt de fysieke wereld. Maar na verloop van tijd gaat de fysieke wereld op haar beurt de mens veranderen. Zo bracht de negentiende eeuw de massamens en het consumentisme voort. En op zeker moment is het alsof de mens een machine in het leven heeft geroepen die niet te stoppen is en zijn leven bepaalt. Dat zie je nu ook met de verrommeling van Nederland. Dit is een monster dat onstuitbaar lijkt. Of neem computers. We kunnen ons een leven zonder computers niet voorstellen. En ons huidige leven ís ook niet meer mogelijk zonder computers.
De overeenkomsten tussen onze tijd en de tweede helft van de negentiende eeuw zijn frappant. U schrijft bijvoorbeeld dat mensen toen nerveus werden van de postbode die vijf keer per dag post bezorgde. Nu worden ze dat van te veel e-mails.
Het zou interessant zijn om eens uit te zoeken wanneer het woord stress voor het eerst wordt gebruikt in het twintigste-eeuwse Nederland. Het woord zenuwachtig kom je in ieder geval voor 1890 nooit tegen. Daarna duikt het plotseling op en lees je in kranten en tijdschriften dat de moderne mens het zo druk heeft gekregen dat hij overbelast raakt en ziek wordt. Overigens was dit een klacht die alleen voorkwam bij de middenklasse en de elite. Van arbeiders hoorde je die nooit. Die werkten toen twaalf of meer uur per dag, maar zij konden zich niet permitteren om over werkdruk te klagen. Maar ons organisme groeit met de drukte mee. Je hoort jongeren niet klagen over smsjes, e-mails en al die andere communicatiemogelijkheden waar ouderen stress van krijgen. Het aanpassingsvermogen van de mens blijkt groot.
Vaak wordt beweerd dat we nu in een tijd leven waarin de veranderingen groter zijn en sneller gaan dan ooit tevoren. Maar Een Nieuwe Wereld wekt de indruk dat het leven van de meeste Nederlanders in de negentiende eeuw ingrijpender veranderde dan nu.
Ik moet toegeven dat ik in Een Nieuwe Wereld vooral op zoek ben gegaan naar de parallellen tussen onze tijd en de tweede helft van de negentiende eeuw. Die vond ik interessanter dan de contrasten. Toch waren de veranderingen in de negentiende eeuw fundamenteler dan die van nu. Nederland ging toen van niets naar veel, zou je kunnen zeggen, en nu gaan we van meer naar nog meer. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd het voor een bewoner van de Achterhoek mogelijk om met de trein op één dag en betrekkelijk goedkoop op en neer naar, zeg, Zwolle te reizen. Dat was een ongelooflijke verandering in het leven van de Achterhoeker, die alleen maar te vergelijken is met wat Chinezen op het platteland nu meemaken.
Sommige cultuurgeleerden beweren dat het verschil tussen onze tijd en alle vorige tijdperken is dat computers, internet en andere elektronische communicatiemiddelen hebben gezorgd voor een netwerkmaatschappij zonder hiërarchie. Maar in Een nieuwe wereld laat u zien dat spoorwegen, kanalen, wegen, posterijen, telegraaf ook altijd netwerken werden die ruimtes en mensen met elkaar verbonden.
Netwerken zijn kenmerkend voor de negentiende eeuw. Bovenin de korenbeurs hier in Groningen kwam in de tweede helft van de negentiende eeuw een telegraaf te staan, omdat de boeren wilden weten wat de graanprijzen in de Verenigde Staten en Sint-Petersburg waren. En iemand als Fritz Reuter maakte met behulp van de telegraaf Reuters, een netwerk dat overal in de wereld agenten had die hun nieuws naar het hoofdkantoor in Londen telegrafeerden, vanwaar het zijn weg vond naar kranten.
Ook zoiets als globalisering bestond al in de negentiende eeuw. Door de steeds groter wordende oceaanstomers en het graven van het Suezkanaal en het Panamakanaal werd het steeds goedkoper om spullen over de hele wereld te slepen. Toen al was er een echte wereldmarkt.
Is het enige verschil tussen de negentiende eeuw en het begin van de eenentwintigste eeuw dan dat het vooruitgangsgeloof nu niet meer zo groot is?
Daar zijn we heel dubbel in. Veel mensen geloven dat de techniek alle problemen wel oplost. Maar er is er ook een groot besef dat de vooruitgang een prijs heeft. Zoals een gebrek aan rust, een belasting van het milieu en een grootschalige vernietiging van het landschap. Dit besef heeft alleen nog niet geleid tot een nieuwe definiëring van het algemeen belang. Als het er op aankomt, kiezen politici toch altijd voor economische groei. Terwijl bijvoorbeeld het CDA toch van oudsher zoiets kent als goed rentmeesterschap. Maar waar blijkt dat dan uit? Niemand durft de discussie hierover te beginnen.
Sommigen kiezen voor een vlucht naar voren om uit de impasse te komen. Landschapsarchitect Adriaan Geuze houdt bijvoorbeeld regelmatig een pleidooi om weer eens een groot werk te beginnen. Eilanden in de zee bijvoorbeeld.
Het is zeker goed voor het zelfbewustzijn van een natie om iets groots te verrichten. Maar eilanden in de zee lijken me een onzinnige onderneming als in het hele land landbouwgebieden worden veranderd in natuurgebieden en zelfs onder water worden gezet. Ik zou eerder denken aan een goed openbaarvervoernet in de Randstad als groot project. Maar het is moeilijk om dit tot een goed einde te brengen. Hoe lang duurt het nu al niet om de A4 door te trekken bij Delft? Bij de aanleg van de Spoorwegen in de negentiende eeuw waren niet meer dan een stuk of honderd ambtenaren betrokken en die wilden allemaal hetzelfde. Maar nu is er een lange reeks ministeries betrokken bij eventuele grote projecten en bemoeien tal van belangengroepen zich ermee. Er zijn briljante stuurmanskunst en een grote intelligentie nodig om überhaupt iets voor elkaar te krijgen.
Dat stemt niet optimistisch over de toekomst van het Nederlandse cultuurlandschap. Hoe zou dat volgens u kunnen worden behouden?
Ook het Nederlandse landschap is speelbal van veel partijen. Maar hiervan komt er niet één op voor het oude cultuurlandschap. Bovendien is er de laatste decennia ook nog een sterke natuur- en milieubeweging bij gekomen. Die heeft er mede voor gezorgd dat nieuwe landschappen tegenwoordig vaak als oernatuur worden ingericht, zoals die in Nederland nooit heeft bestaan.
Het oude Nederlandse cultuurlandschap hoeft natuurlijk geen museum te worden. Het kan alleen behouden blijven als het functioneert en een economisch draagvlak heeft. Ik denk dat we de oplossing vooral moeten zoeken in kleinschalige, duurzame landbouw. Dit klinkt misschien romantisch, maar bestuurders doen nu vaak te gauw laatdunkend over biologische landbouw. Die is allang het hippiedom ontstegen en levert vaak betere producten op dan de industriële landbouw.
In Een Nieuwe Wereld merkt u op dat er zoiets bestaat als Nederlandse techniek. Is de Nederlandse techniek zo bescheiden dat het land van water en brede rivieren nooit een imposante brug als die over de Firth of Forth bij Edinburgh heeft voortgebracht?
Ik denk dat de bizar grote brug over the Firth of Forth ook alleen mogelijk was in een land waar staalprijzen heel laag waren, Groot-Brittannië dus. Maar Nederland is inderdaad niet zo goed in techniek, het is nooit een echt industrieland geworden. Wat techniek betreft zit Nederland ergens in tussen Frankrijk en Duitsland in. In Frankrijk heeft techniek een sterke aristocratische en militaire traditie gehad, Duitsland heeft zich in de negentiende eeuw omhooggewerkt van straatarm land tot industrienatie door in het onderwijs grote nadruk te leggen op technische en bètavakken.
Maar waar Nederland natuurlijk onbetwist goed in is, is waterbouw. Het graven van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal in de negentiende eeuw zijn werkelijk imposant. Het is misschien een cliché, maar Nederlandse techniek - dat is toch waterbouw.
Heeft de Nederlandse architectuur ook een identiteit?
Nederlandse architecten zijn botenbouwers, zoals Zwitsers in principe klokkenmakers zijn. Een groot deel van de Nederlandse economie stond eeuwenlang in het teken van water. Het wemelde van de werven, zeilmakerijen, touwslagerijen. Dat heeft zijn invloed gehad op het bouwen, van nature een traditiegevoelig ambacht. Vooral bij gebouwen in West-Nederland waar de bodem slap was, ging het, net als bij boten, om vragen als: zijn ze stabiel, zijn ze niet te zwaar, kunnen ze sterker en lichter? Echt Nederlandse architecten, zoals Gerrit Rietveld en Johannes Duiker, waren steeds bezig met de minimale materialisatie van een kozijn of betonconstructie.
De opmerkelijkste ontwikkeling in de Nederlandse architectuur in de afgelopen tien jaar is de golf retrogebouwen die over het land is gespoeld. Hoe komt dat?
Dat komt door de marktwerking die sinds de verzelfstandiging van de woningbouwverenigingen ook in de woningbouw is toegenomen. En veel mensen hebben nu eenmaal graag traditionele huizen met een zolder en een puntdak. Dat was voor modernistische architecten juist taboe. Het modernisme was een elitekunst die zijn echec beleefde in de jaren zeventig. Toen begon, heel voorzichtig, de opmars van meer traditionele architectuur, ingeleid door vriendelijke projecten van Aldo van Eyck en Theo Bosch. Nu geeft de commercie de toon aan, en die luistert naar wat de klant wil. Ik begrijp de populariteit van de nieuw gebouwde jaren dertig huizen wel. Die huizen hebben bijvoorbeeld vaak een borstwering die er voor zorgt dat je niet zo te kijk zit als in een doorzonwoning. Dat is wel prettig."
Nog geen reacties toegevoegd
Die weg is al zo vaak omgelegd. Er wordt hier ook zo ontzettend veel gebouwd. Er waren momenten dat ik moest zoeken; moet ik nou links of rechts houden. Voorheen was het hier weiland, met wat boerderijen. En nu is het allemaal vol.
rennen - huis - verandering - weg - droom
Een weg is een streepje in het landschap. Je zou zeggen dat dat niemand raakt. Maar een weg raakt iedereen. Het is een streep in het landschap die zorgt voor een grens, een barriere. Hij vormt zich naar de discussie zoals die bestuurlijk gevoerd wordt.
Als ik hier rij denk ik aan ruimte, rust en schapen. En aan thuis, want dan ben ik op weg naar huis. Nog wel, want over een maand ga ik verhuizen, dan heb ik deze weg 15 jaar gereden.
Het meeste werk werd nog met het paard gedaan. In het voorjaar werd het land klaargemaakt voor het weideseizoen. Met het paard voor de eg. Ik liep er naast en zocht nestjes van weidevogels.
Boerderij - herinneringen - vogels - paarden - Weiland
Acht jaar geleden kwam de boerderij leeg te staan. De gemeente had er geen bestemming voor, maar wilde hem ook niet afbreken. Alle boerderijen in Pijnacker zijn monumenten, die worden bewaard als een stukje historie.
Ik ben altijd vrolijk, maak graag een praatje; beetje kletsen. Als ik een weekje vakantie heb vragen ze aan mijn collega: is die mevrouw er niet?
Ik vind het eigenlijk altijd heel stom dat als je ergens rijdt waar eerst nog allemaal landschap was en wat nu bebouwd is, dat je eigenlijk niet meer goed voor je kan halen hoe het hiervoor was.
Als ik op de rotonde rijd en ik sla af richting Zoetermeer dan denk ik aan onze oude kippenschuur waar ik dan als het ware doorheen rijd. Richting Delft rijd ik door onze kassen. Dat blijft je altijd bij. Het is enorm veranderd, maar wij weten nog precies hoe het was, omdat we er zo lang gewoond hebben. Het zijn nu vooral mooie herinneringen.
Kinderen - tuinder - kippen - verhuizen - Rozen - van den Arend
Zo zou ik mezelf omschrijven...
sociaal - initiatiefrijk - vrolijk - verzorgend - spontaan
De club is een warm nest. Als je daar binnenkomt is het net alsof je er al jaren was.
verhuizen - voetbal - tuin - Pauline de Kroon
Van de kopers komen er heel veel uit Rotterdam en Den Haag. Die zitten in de fase van huisje, boompje, beestje en willen hier heel graag komen wonen. ALs je uit de stad komt vind je het hier heel mooi. Ik denk dat de mensen die hier al wonen wel zoiets hebben van: het wordt wel heel groot. Die missen het dorp. Voor sommige mensen hoeft het niet allemaal zo groot en zo massaal.
Er is hier in de afgelopen vijf jaar net zoveel veranderd als in de vijftig jaar daarvoor.
Om niet meer altijd s avonds met de zaak bezig te zijn, ben ik mijn vliegbevret gaan halen. Als je vliegt moet je namelijk zo je hersens erbij houden, dat je daardoor heel ontspannen terug komt. Je kan aan niks anders denken, je moet alleen maar daar mee bezig zijn.
vliegen - bedrijf - ondernemer
Mijn overgrootvader heeft de boerderij gekocht. Die kreeg een tweeling en mijn Opa was er daar een van. Toen hebben ze hem gesplitst. Mijn Opa kwam hier terecht. Daarna nam mijn vader het over en nu zit ik er. Ik ben de laatste, want nu wordt het bos.
grootvader - Boerderij - koeien - vader
Vroeger stond dit gebied voor mij voor kassen: om 4 uur s ochtends op de fiets van Rotterdam naar Berkel en Rodenrijs om tomaten te plukken. Nu is het een woonverbinding tussen Den Haag en Rotterdam. Den Haag kruipt vie Nootdorp deze kant op en Rotterdam kruipt via Berkel en Rodenrijs, Pijnacker-Nootdorp de andere kant op.
Ik heb altijd gedacht: ik blijf melken tot ik er dood bij neerval. Maar op een gegeven moment hielden mijn benen het niet meer en toen ben ik toch maar gestopt. Maar ik vond t wel jammer.
Als je wel eens in een plaats komt waar je vroeger vaak kwam, maar nu al lang niet meer bent geweest krijg je soms het gevoel: het is zo vertrouwd, maar tegelijkertijd is het zo vreemd.
herinneringen - ouderen - dementie - tuin - tuin
Ik heb een fascinatie voor dit gebied, omdat het een gebied is dat eeuwenlang nauwelijks veranderd is. Het is intensief gebruikt, maar altijd in dienst van, als toeleverancier van, de omringende steden De landschappelijke karakteristiek is nooit veranderd. Pas de laatste 7 jaar zijn er rigoureuze veranderingen doorgevoerd, waardoor het landschap eigenlijk een totaal ander landschap is geworden.
Op dit water heb ik altijd gezeild. Ik heb hier mijn man ontmoet en mijn ouders hebben elkaar daar ontmoet. En wij zeilen nu nog steeds. Het leuke aan zeilen is dat je heel makkelijk verplaatst van A naar B. Op hele relaxte manier, zonder geluid, gewoon spelen met de wind.
Er was een man op een brommer. Hij haalde me in, ging naast me rijden of liet mij hem inhalen. Het hield maar niet op. Ik vond dat zo verschrikkelijk eng. Ik denk dat dat een van de redenen is geweest waarom ik op een gegeven moment heb gezegd; ik ga lekker 24 hoog in de stad wonen.
Ik ben nu single, maar ik zou wel graag een relatie willen. Hiervoor heb ik wel kortstondige relaties gehad, nooit echt langdurig. Dat komt denk ik door mijn verlegenheid. Het maakt het leven er niet gemakkelijker op.
Mijn leven hier is compleet anders dan in het oude huis. Dat was een ander leven. Er is veel veranderd, in positieve, maar ook in negatieve zin. Deze omgeving heeft me heel veel troost geboden.
kind - jaren dertig woning - verlies - Rotterdam - troost - verandering
Het is niet fijn, tis best moeilijk af en toe. Maar ik denk wel dat je door zon verlies sterker kunt worden. Mits je er op de juiste manier mee omgaat.
Er was eens iemand die iets van mij geleend had. Hij wist niet waar ik woonde, dus ik had het uitgelegd. Op een goede keer stond hij voor de deur. Toen zei hij: het lijkt wel of ik het Paradijs binnen rijdt! Het was voorjaar, dus alles liep uit. Moest die man nu eens komen kijken...
In de Oude Leede speelt nu de ruimte-voor-ruimte regeling. Het bestemmingsplan is veranderd. Mijn stuk wordt nu geclaimd als natuur, terwijl ik denk: als ik er kerstbomen wil planten, dan plant ik er kerstbomen. Want ik vind natuur wel mooi, maar ik verdien er natuurlijk geen fluit aan.
Zon viaduct valt me wel op. Je ziet dat het dijklichaam doorsneden is, maar tegelijkertijd in tact gehouden is.
Alsof je in het buitenland bent. Je herkent niks. Terwijl je toch dagen en nachten daar gelopen hebt. Al 54 jaar lang. Je herkende er niks van, van de hele polder niet. Dat was zo vreemd.
Ik vind t een mooie weg. Het verbaast me dat er nog zon stuk natuur achter Pijnacker ligt. Ik dacht dat het een beetje volgebouwd zou zijn hiero. Nu krijg je een stukje natuur te zien wat je nog nooit gezien hebt. Beetje vakantiegevoel!
Een hoorcollege godsdienstfilosofie in de wasstraat en op de N470: Proff. Dr. Herman Philipse over de waarschijnlijkheid van wonderen.
Vroeg kon je iedereen. Als ik nu woensdag op de markt loop denk ik; zie ik er nog een? Een echte Berkenaar?
Albert Veld - kabouters - tuinder - Vissen
De schoonheid van een weg betekend dat die weg daar moet liggen alsof hij daaruit tevoorschijn is gekomen, alsof hij eruit gegroeid is.
Wim Nijenhuis - weg - ontwerp - Omgeving
Ik werkte vroeger in de tuinbouw. Dit waren vroeger tuinbouwdorpjes, maar nu wordt er een hoop gebouwd, veel nieuwbouw.
Je kan ergens langsrijden en een paar weken later weer en voor je gevoel staat er ineens een huis bij.
meisje - Nathalie Flier - Roze - paarden
Berkel is altijd een dorp geweest van veel import. Als je de oude geslachten in Berkel bekijkt, kom je een vrij grote familie Konijnenberg tegen. Die is er nu gewoon niet meer.
Als je hier regelmatig komt, een keer in de twee weken, dan is het een heel apart fenomeen, bijna voelbaar, hoe de stad, de nieuwbouw, opkruipt naar de polder, de lege polder.
Een jaar of tien geleden was dit nog grotendeels agrarisch gebied. Nu, door alle woningbouw en industriegebieden die in ontwikkeling zijn, veranderd ook heel de waterhuishouding.
Men heeft tegenwoordig een auto. Toen dit busje in 1979 ingesteld werd, was het autogebruik veel minder. Het aantal mensen dat een rijbewijs had was veel minder, en er woonde hier langs deze route nog veel meer oudere mensen. Toen hadden we 18.000 passagiers per jaar. Nu zijn we blij als we er 4.500 halen.
Ik heb hem officieel geopend. In mijn uppie. Schaar gepakt. Lint gespannen....
weg - schaatsen - Edwin Dening - tunnel
Voor het echte boeren wordt het hier natuurlijk steeds moeilijker. Maar wij hebben twee dochters en we zitten hier wel mooi middenin de wereld. De eene zit in Rotterdam op school. Ze stapt hier op de Randstadrail en ze zit er binnen 7 minuten. Dat is toch ook makkelijk?
Als ik hier alleen rij ben ik stil. Alleen met mijn gedachten, aan het genieten van het stukje.
Ik gebruik deze weg om de omgeving te verkennen en te kijken wat Zuid Holland te bieden heeft ten opzichte van Zeeland. En dat is veel meer dan je op het eerste gezicht zou denken.
Dit is de weg naar mijn broertje in Pijnacker. Ik ben nu al de tel kwijt, maar dit is de zoveelste rotonde die we gehad hebben. Vroeger was dit een heerlijk recht weggetje, waar je lekker op kon doorracen. Dat gaat nu niet meer.
Ik zag een auto over de weg slingeren. Ik dacht eigenlijk dat die mensen zoekende waren. Maar bij het passeren zag ik dat die man onwel geworden was. Ik kende hem, het was de vader van een vriendin van mij.
Als ik nu hier rijd dan heeft dat wel wat. Van oorsprong kom ik uit een tuindersgezin en het bedrijf waar ik nu werk doet de belangenbehartiging voor de tuinbouw. Dus ik heb hier wel binding mee.
Niets is blijvend, alles veranderd. Zelfs ik. Vroeger was ik een mooie jongen, maar dat is ook voorbij.
Rensink - nieuw - mensen - verandering - mijn vrouw - Bijen - plastic people - kippen
De tuindersmentliteit brengt een hele eigen sfeer met zich mee. Hoewel dat wel anders wordt, want er komen een heleboel nieuwe mensen bij vanuit de randstad om ons heen. Je ziet het veranderen.
burgemeester - Pijnacker - Kinderen - Kinderen - Politiek
Het kwam door een een misverstand. Ik had van iemand gehoord dat er zulke leuke huizen waren in Rijswijk, maar ik had hem misverstaan; ik verstond Bleiswijk. Toen hebben we hier maar een huis gekocht.
taxi - Amsterdammer - Frese - reizen
Ik heb genoeg gezien in mijn leven. Ik ben gegijzeld geweest door zes Palestijnen. Het was op een mooie zondag. Maar als ze met een gespannen wapen op je afkomen, is dat toch wel heftig.
Die weg loopt bij mij anderhalve kilometer door het land. Het is niet ideaal, maar alles heeft twee kanten. Je veranderd wat in je doen en laten. Ik heb weinig meer te doen eigenlijk.
Schaap - Weiland - weg - Bram van der Tas
De ene groep is heel blij met veranderingen. Die zien het als een nieuwe uitdaging, maar toch zeker de helft, ziet het als een bedreiging. Wat gebeurt er met mij? Wat doet het met mij? Het gaat allemaal heel snel dus voor jezelf is het af en toe ook moeilijk om het bij te houden.
Ik ben heel erg blij met de weg. Maar ik ben net als alle anderen: de afslag moet wel goed vallen, anders heb je er last van. Een echte NIMBY.
Bellypainting is het beschilderen van zwangere buiken om fotos van te maken. Voor een geboortekaartje of als herinnering. Elke moeder wil haar zwangerschap vastgelegd zien, want het is een heel bijzonder moment.
Ik denk dat hij 150, 200 kilo woog. Een kolossale beer. Tassen vol met koffie stond hij vol te laden. Ik zag het gebeuren.
Vliet - dood - erg - mensen - bloemen - Vroeger - stress - venijn - overval - moedeloos
Het was denk ik 15 jaar geleden. Het was in de winter, vrij laat. Ik reed mijn vaste route naar huis; via Nootdorp en Pijnacker naar Berkel. Het was een paar dagen voor kerstmis. Buiten was het donker, koud en het regende.
Langs de weg zag ik een meisje staan. Ik vroeg waar ze naar toe moest.
Berkel en Rodenrijs - weg - Wim Mounier - meisje - prostitutie - verandering - bang
Volgens mij heeft die boerderij hier gestaan. Hier hebben we gewoond. Daar ligt mijn jeugd. Wat dat aangaat is er wel wat veranderd.
Glazenwasser - Boerderij - Mijn club - polder - ouderen - Steentjes
Ik ben er naar toe gegaan om een beetje contact te houden met mensen. anders kom je helemaal alleen te staan. Ik ga naar de kerk om troost te zoeken.
Busch - verhuizen - mijn vrouw - Kerk - verandering - vakantie
Tot 1983 heb ik gevent langs de deuren. Het contact met de mensen was fijn. De mensen waren niet zo gejaagd als nu. Tweeverdieners waren er nog niet. In de jaren tachtig zag je dat patroon veranderen.
mijn vrouw - ongeluk - Vroeger - Bert van der Poel - invalide - polder - tuinder - consequenties - venten - verkering
We hebben er 28 jaar gewoond. Langs het water. Mijn man had een eigen visstek, hij ging iedere dag vissen. We hadden een grote tuin met een hobbykas, die stond altijd vol met tomaten, komkommers en bonen. Het was gewoon geweldig wonen.
Langs de weg liggen grastegels. Dat betekend dat als er een incident zou zijn en er zou filevorming ontstaan of er is iemand met pech dan, is het voor ons als hulpdienst mogelijk om toch langs de file te komen. En die sloten, die zijn onze bluswatervoorziening.
Brandweer - Alfred Ottink - Nacht - ongeluk - ongeluk
Wat ik dacht? Ik weet het niet meer. Een hoop oude dingen zijn weg, maar verder is het ontzettend makkelijk, die weg. Zonder meer.
Berkel en Rodenrijs - Martin Lobe - Sideron - liefde - Boerderij
Voor de dood hoef je niet bang te zijn. Als je voor jezelf geprobeerd hebt het goed te doen, dan hoef je niet bang te zijn voor het einde. Dan is een einde een nieuw begin.
religie - vrijwilliger - Christelijk - gezin - dood - begin - Mevrouw Snel-Hoogerdijk
Bleiswijk, Bergeschenhoek en Berkel en Rodenrijs zijn 1 gemeente geworden. We hebben nu met de 3 gemeenten bijelkaar ongeveer 40.000 inwoners. Dat moet in de komende jaren groeien tot ongeveer 70.000 inwoners.
Kinderen - moeder - huisvrouw - Politiek - Laurine Bonnewits-de Jong - Weiland - kippen - hobbies
Ze vroegen of we nog met vakantie gingen. We hebben hier toch vakantie? Tis hier toch een Eldorado.
Vissen - Familie van Leeuwen - verandering - vakantie - vakantie - tuincentrum - verkering - verkering
Hij volgde het hele proces van ontwerp en inspraak nauwgezet. Liever had hij de weg aan de andere kant van de spoorlijn, in plaats van pal voor zijn huis. Maar toen hij het zijn commentaar stuurde naar de provincie, werd het ontwerp zo aangepast dat de weg alleen maar dichter bij zijn huis te liggen....
verandering - nadeel - Meerweg - ontwerp - anders - Cors Jansen
Karin, die door haar burn-out werkloos geworden is verliest zich met liefde in haar passie. Want wie een burn-out heeft kan niet stil zitten.
Katten - Karin Wiegman - vrijwilliger - burn out - dierenbescherming - gezelschap - verlies - liefde - passie - paars
Over hoe de vrouw van de tandarts de vrouw van de Soete Suikerbol werd.
Marlene van Buuren - Pannenkoek - Pannenkoek - tandarts - gezin - Soete Suikerbol
Normaal heb ik een fluitje bij me. Met een fluitje kan je een schaap het hele veld over sturen. Onderweg kan ik dat oefenen. Ik kan hier fluiten wat ik wil, niemand die het hoort.
Schaap - Jos Woning - Fluit - Kinderen - mijn vrouw
Mijn vrouw Sandra wilde graag in het ziekenhuis bevallen. Maar als je weeën hebt, dan wil je natuurlijk niet teveel geschud aan je lichaam. Daarom hebben we van tevoren een paar keer een proefrit gemaakt over de N470. Dat ging eigenlijk wel prima.
Dus toen Bram op het punt stond om geboren te worden zijn we over deze weg naar het ziekenhuis gereden.
Berkel en Rodenrijs - Bevalling - Bruiloft - vriendin - mijn vrouw - gezin - Martin Uitdenbogerd
Daar logeren betekende altijd dat je heel veel mocht. We gingen bijvoorbeeld op de paard en wagen mee naar de veemarkt in Delft. Als nichtjes werden wij vreselijk verwend.
Boerderij - Delft - Gedesorienteerd - herinneringen - Gastvrij - Catharina van Velde
Mijn moeder denkt dat het mijn dood wordt. Ze heeft het gevoel dat ik verongeluk als ik op de motor zit. Dat droomt ze.
ongeluk - afzetten - ambulance - ouders - vader - moeder - Motor
Ik wilde liever in de stad wonen, in wat ze nu een achterstandswijk noemen. Voor de contacten, want in de krant zag ik dat de mensen daar in de zomer altijd op straat zaten. Dat wilde ik ook, maar dat gebeurde niet in Berkel en Rodenrijs.
Berkel en Rodenrijs - Kinderen - wennen - anders - Antillen - Antillen - Judith Bes
Ik hou van deze route, omdat hij langs mijn geboortedorp gaat. Dat roept toch automatisch herinneringen op. Het vliegveld bijvoorbeeld. Liever nog dan huisarts was ik piloot geworden.
anders - weg - Basis - Vroeger - Tropen - Bevalling - Overschie - Doenkade - herinneringen - Vliegveld - huisarts - Robert Mol - Antillen
Een weg is asfalt. De nieuwe weg die er gaat komen scheelt mij tijd, dus is het rationeel gezien een goede weg. Ik heb me nooit afgevraagd of mensen gelukkiger worden van de nieuwe weg.
We zouden hier voor het eerst echt gaan samen wonen. Een half jaar voor het huis opgeleverd werd gingen we uit elkaar. De keuken en de badkamer hebben we nog samen uitgezocht.
Boerderij - Pijnacker - we - wijk - vriendin - weg - spontaan - gezin - jaren dertig woning - Ronald van Vliet - Pijnacker
Ik zit in een tweestrijd. Aan de ene kant heb ik hier mijn bedrijf en ben ik superblij met al die vernieuwingen. Aan de andere kant woon ik hier 500 meter vandaan en zie ik dat mijn eigen woonomgeving waar ik aan gewend ben, dat die te modern wordt.
Edward Houweling - Berkel en Rodenrijs - Auto - Bruiloft - herinneringen - vernieuwing - kever - woonomgeving - tweestrijd
Avontuur zit Brenda in het bloed, maar haar huidige woonwijk Tandhof is weinig avontuurlijk.
Grand Canyon - Kinderen - Delft - vakantie - Pijnacker - Buitenwijk - Nagels - leger - herinneringen - wereld - grenzen - Avontuur - Brenda van Loenen
Ik heb geen herinneringen aan dit gebied, behalve dat ik hier gewoond heb.
Cabrio - pijp - sofa - herinneringen - Leonard P. van Rhijn
Vroeger was het belletje trekken, busje trappen, raam ingooien, dat soort ongein. Op een gegeven moment wordt je ouder, ga je met verkeerde vriendjes om en dan wordt het al snel brandbommetjes in de tuin gooien, inbreken...
Rotterdam - overtreding - school - vrachtwagen - Kinderen - Nacht - mijn vrouw - rennen - vader - ongeluk - Auto - Weiland - Mijn club - Robert Sauerbier - Robert Sauerbier
Van een aantal huizen hier langs de weg weet ik dat er mensen woonden die op de wachtlijst stonden voor het verpleeghuis. Die waren soms zo dementerend dat ze zomaar de weg over staken. Je ziet hoe gevaalijk deze weg is, en dat die sloot daar is.
Felicie van den Hoek - een opera - dementie - Omgeving - het verpleeghuis - Kinderen - Nacht - Auto - Boom - ouderen - Emotie - lastig - vader
Hij was soldaat en zat als wachtmeester in Bergen op Zoom. Zij was verpleegster in krankzinnige inrichting Vrederust. Ze ontmoeten elkaar in de kerk. Het was liefde op het eerste gezicht. Dat kan een goed moedertje worden, dacht hij.
Dik de Gelder - Berkel en Rodenrijs - ouderen - grootvader - overtreding - school - anders - religie - de tramwagen - wennen - Kerk - mijn vrouw - Boerderij - Dichter - vader - Kinderen